Search term zich opstapelen has 7 results
NL Dutch EN English
zich opstapelen [reflexief] pile up [reflexief]
zich opstapelen [reflexief] accumulate [reflexief]
zich opstapelen (v adj) [to grow in number] accumulate (v adj) [to grow in number]
zich opstapelen [reflexief] cumulate [reflexief]
zich opstapelen [spanning] increase [spanning]
NL Dutch EN English
zich opstapelen [druk] build up [druk]
zich opstapelen [spanning] build up [spanning]

NL EN Translations for zich

zich (v) [to seize power] usurp (v) [to seize power]
zich [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] yourself [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv.] yourselves [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] yourselves [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (v) [to clear one’s self] acquit (v) [to clear one’s self] (law)
zich [algemeen] oneself [algemeen]
zich [wederkerend voornaamwoord] oneself [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend vnw. - enk.] itself [wederkerend vnw. - enk.]
zich [wederkerend voornaamwoord] himself [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend voornaamwoord] themselves [wederkerend voornaamwoord]

NL EN Translations for opstapelen

opstapelen [accumuleren] pile up [accumuleren]
opstapelen [accumuleren] accumulate [accumuleren]
opstapelen [accumuleren] cumulate [accumuleren]
opstapelen [accumuleren] amass [accumuleren]
opstapelen (v) [to accumulate] build up (v) [to accumulate]
opstapelen (n v) [To place objects or material in the form of a stack] stack (n v) [To place objects or material in the form of a stack]
opstapelen [voorwerpen] stack [voorwerpen]
opstapelen [voorwerpen] stack up [voorwerpen]