Search term zich met lef doorheen slaan has 2 results
Jump to
NL Dutch EN English
zich met lef doorheen slaan [algemeen] face out [algemeen]
zich met lef doorheen slaan [algemeen] deal with bravely [algemeen]

NL EN Translations for zich

zich (v) [to seize power] usurp (v) [to seize power]
zich [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] yourself [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv.] yourselves [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] yourselves [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (v) [to clear one’s self] acquit (v) [to clear one’s self] (law)
zich [algemeen] oneself [algemeen]
zich [wederkerend voornaamwoord] oneself [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend vnw. - enk.] itself [wederkerend vnw. - enk.]
zich [wederkerend voornaamwoord] himself [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend voornaamwoord] themselves [wederkerend voornaamwoord]

NL EN Translations for met

met [algemeen] to [algemeen]
met [middel] by [middel]
met [vermenigvuldiging] by [vermenigvuldiging]
met on
met [algemeen] of [algemeen]
met [positie] topped with [positie]
met (adj) [down to earth] earthy (adj) [down to earth]
met [in het geval van] with [in het geval van]
met (prep) [against] with (prep) [against]
met [algemeen] with [algemeen]

NL EN Translations for lef

lef [gedrag] {m} rudeness [gedrag]
lef {m} courage
lef (adj n) [boldness] {m} daring (adj n) [boldness]
lef (n v) [courage (slang)] {m} guts (n v) [courage (slang)]
lef [moed] {m} guts [moed]
lef [gedrag] {m} nerve [gedrag]
lef [algemeen] {m} bravado [algemeen]
lef [gedrag] {m} spunk [gedrag] (informal)
lef [gedrag] {m} gall [gedrag]

NL EN Translations for doorheen

doorheen (prep adj adv n) [From one side to the other] through (prep adj adv n) [From one side to the other] (informal)
doorheen [bijwoord] through [bijwoord] (informal)

NL EN Translations for slaan

slaan {n} strike
slaan [klok] {n} strike [klok]
slaan [persoon] {n} strike [persoon]
slaan [hart] {n} pulsate [hart]
slaan [persoon] {n} hit [persoon]
slaan [hart] {n} beat [hart] (informal)
slaan [persoon] {n} smack [persoon]
slaan [vuist] {n} smash [vuist]
slaan [hart] {n} thump [hart]
slaan [persoon] {n} whack [persoon] (informal)