Search term zich in een groep verenigen has 2 results
Jump to
NL Dutch EN English
zich in een groep verenigen [mensen] group [mensen]
zich in een groep verenigen [mensen] form a group [mensen]

NL EN Translations for zich

zich (v) [to seize power] usurp (v) [to seize power]
zich [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] yourself [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv.] yourselves [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] yourselves [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (v) [to clear one’s self] acquit (v) [to clear one’s self] (law)
zich [algemeen] oneself [algemeen]
zich [wederkerend voornaamwoord] oneself [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend vnw. - enk.] itself [wederkerend vnw. - enk.]
zich [wederkerend voornaamwoord] himself [wederkerend voornaamwoord]
zich [wederkerend voornaamwoord] themselves [wederkerend voornaamwoord]

NL EN Translations for in

in [in elk] to [in elk]
in [gedrag] fashionable [gedrag]
in (adj v) [legally qualified] able (adj v) [legally qualified]
in [nabijheid] at [nabijheid]
in (adj) [fashionable] vogueing (adj) [fashionable] (adj)
in [nabijheid] in [nabijheid]
in [voorzetsel] in [voorzetsel]
in [mode] very fashionable [mode]
in [voorzetsel] within [voorzetsel]
in [mode] trendy [mode] (informal)

NL EN Translations for een

een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} some [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een {m} one
een [algemeen] {m} one [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} a [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een [onbepaald lidwoord] {m} a [onbepaald lidwoord]
een {m} an
een [onbepaald lidwoord] {m} an [onbepaald lidwoord]

NL EN Translations for groep

groep [mensen] {m} gathering [mensen]
groep [mensen] {m} party [mensen]
groep [collectie] {m} clump [collectie]
groep [collectie] {m} bunch [collectie]
groep [mensen] {m} bunch [mensen]
groep [mensen] {m} troop [mensen]
groep [mensen] {m} group [mensen]
groep {m} bevy
groep [mensen] {m} bevy [mensen]
groep [algemeen] {m} cluster [algemeen]

NL EN Translations for verenigen

verenigen [aktie] {n} joining [aktie]
verenigen [combinatie] {n} joining [combinatie]
verenigen [combinatie] {n} uniting [combinatie]
verenigen (v) [to come or bring together as one] {n} unite (v) [to come or bring together as one]
verenigen [samenvoegen] {n} merge [samenvoegen]
verenigen [samenvoegen] {n} combine [samenvoegen]
verenigen [tijd] {n} combine [tijd]
verenigen [samenvoegen] {n} consolidate [samenvoegen]
verenigen [aktie] {n} union [aktie]
verenigen [algemeen] {n} aggregate [algemeen]