zich aan elkaar vasthouden translation - English Dutch translation of zich aan elkaar vasthouden

Woxikon / Dictionary / English Dutch / Z / zich aan elkaar vasthouden

Search term zich aan elkaar vasthouden has 2 results

Jump to

NL	Dutch	EN	English
	zich aan elkaar vasthouden [algemeen]		cling to each other [algemeen]
	zich aan elkaar vasthouden [algemeen]		cling to one another [algemeen]

NL EN Translations for zich

	zich (v) [to seize power]		usurp (v) [to seize power]
	zich [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]		yourself [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
	zich [wederkerend voornaamwoord - mv.]		yourselves [wederkerend voornaamwoord - mv.]
	zich [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]		yourselves [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
	zich (v) [to clear one’s self]		acquit (v) [to clear one’s self] (law)
	zich [algemeen]		oneself [algemeen]
	zich [wederkerend voornaamwoord]		oneself [wederkerend voornaamwoord]
	zich [wederkerend vnw. - enk.]		itself [wederkerend vnw. - enk.]
	zich [wederkerend voornaamwoord]		himself [wederkerend voornaamwoord]
	zich [wederkerend voornaamwoord]		themselves [wederkerend voornaamwoord]

NL EN Translations for aan

	aan		to
	aan [meewerkend voorwerp]		to [meewerkend voorwerp]
	aan [nabijheid]		at [nabijheid]
	aan [nabijheid]		in [nabijheid]
	aan (n) [denoting unit price]		commercial at (n) [denoting unit price]
	aan		upon (formal)
	aan		towards
	aan		toward
	aan		beside
	aan		by

NL EN Translations for elkaar

	elkaar [algemeen]		each other [algemeen]
	elkaar (pronoun) [to one another; one to the other]		each other (pronoun) [to one another; one to the other]
	elkaar [algemeen]		one another [algemeen]

NL EN Translations for vasthouden

	vasthouden [positie] vastgehouden houdt vast houden vast hield vast hielden vast		keep [positie] kept keep keep kept kept
	vasthouden [tegenhouden] vastgehouden houdt vast houden vast hield vast hielden vast		retain [tegenhouden] retained retain retain retained retained
	vasthouden [positie] vastgehouden houdt vast houden vast hield vast hielden vast		hold [positie] held hold hold held held
	vasthouden [tegenhouden] vastgehouden houdt vast houden vast hield vast hielden vast		hold [tegenhouden] held hold hold held held
	vasthouden [vastgrijpen] vastgehouden houdt vast houden vast hield vast hielden vast		clench [vastgrijpen] clenched clench clench clenched clenched
	vasthouden [vastgrijpen] vastgehouden houdt vast houden vast hield vast hielden vast		clasp [vastgrijpen] clasped clasp clasp clasped clasped
	vasthouden [vastgrijpen]		grip firmly [vastgrijpen]
	vasthouden [vastgrijpen]		grip tightly [vastgrijpen]