Search term origin has 13 results
EN English NL Dutch
origin afkomst {f}
origin (n) [beginning] begin (n) {n} [beginning]
origin (n) [beginning] aanvang (n) {m} [beginning]
origin (n) [beginning] oorsprong (n) {m} [beginning]
origin (n) [general] oorsprong (n) {m} [general]
EN English NL Dutch
origin (n) [beginning] bron (n) {m} [beginning]
origin (n) [beginning] genese (n) {f} [beginning]
origin (n) [beginning] ontstaan (n) {n} [beginning]
origin (n) [beginning] wording (n) {f} [beginning]
origin (n) [beginning] worden (n) {n} [beginning]
origin (n) [beginning] geboorte (n) {f} [beginning]
origin herkomst {f}
origin (n) [general] origine (n) {f} [general]
EN Synonyms for origin NL Translations
tutelage [apprenticeship] (formal voogdijschap {n}
novitiate [apprenticeship] noviciaat {n}
lineage [ancestry] komaf
parentage [ancestry] afkomst {f}
descent [ancestry] afdaling {f}
race [ancestry] stam {m}
extraction [ancestry] winning {f}
beginning [point of departure] begin {n}
opening [point of departure] mond {m}
inception [point of departure] aanvang {m}
starting point [point of departure] beginpunt (n)
bud [embryonic form] (informal knop {m}
seed [embryonic form] zaad {n}
egg [embryonic form] ei {n}
source [embryonic form] kwel
germ [embryonic form] kiem {m}
birth [start] geboorte {f}
stock [start] opslaan
heritage [start] nalatenschap {f}
ancestry [start] voorvaders (mp)