Search term onvoorbereid spreken has 6 results
NL Dutch EN English
onvoorbereid spreken [toespraak] {n} improvisation [toespraak]
onvoorbereid spreken [toespraak] {n} extemporization [toespraak]
onvoorbereid spreken [toespraak] {n} ad-lib [toespraak] (informal)
onvoorbereid spreken [toespraak] {n} ad-lib [toespraak] (informal)
onvoorbereid spreken [toespraak] {n} extemporize [toespraak]
NL Dutch EN English
onvoorbereid spreken [toespraak] {n} improvise [toespraak]

NL EN Translations for onvoorbereid

onvoorbereid [toespraak] ad lib [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] offhand [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] offhand [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] extemporaneously [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] extempore [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] extempore [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] impromptu [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] impromptu [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] extemporaneous [toespraak]
onvoorbereid (adj) [without preparation] extemporaneous (adj) [without preparation]

NL EN Translations for spreken

spreken [aktie] {n} speech [aktie]
spreken [toespraak] {n} make a speech [toespraak]
spreken [woorden] {n} pronounce [woorden]
spreken [een gesprek voeren] {n} have a conversation [een gesprek voeren]
spreken [woorden] {n} talk [woorden]
spreken (n v) [engage in discussion or conversation] {n} discourse (n v) [engage in discussion or conversation] (formal)
spreken {n} speak
spreken [taal] {n} speak [taal]
spreken [toespraak] {n} speak [toespraak]
spreken [woorden] {n} speak [woorden]