Search term ontwijken has 17 results
NL Dutch EN English
ontwijken [ontsnappen aan] {n} escape [ontsnappen aan]
ontwijken (v) [avoid, shun] {n} eschew (v) [avoid, shun]
ontwijken (v n) [to evade a question, an interviewer etc.] {n} squirm (v n) [to evade a question, an interviewer etc.]
ontwijken [ontsnappen aan] {n} evade [ontsnappen aan]
ontwijken {n} evade
NL Dutch EN English
ontwijken [vermijden] {n} sidestep [vermijden]
ontwijken (v) [to avoid] {n} shun (v) [to avoid]
ontwijken [vermijden] {n} avoid [vermijden]
ontwijken (v) [to avert or prevent] {n} ward off (v) [to avert or prevent]
ontwijken [ontsnappen aan] {n} elude [ontsnappen aan]
ontwijken [vermijden] {n} circumvent [vermijden]
ontwijken [vermijden] {n} dodge [vermijden]
ontwijken (v n) [to avoid by moving out of the way] {n} dodge (v n) [to avoid by moving out of the way]
ontwijken [vermijding] {n} dodging [vermijding]
ontwijken [vermijding] {n} evasion [vermijding]
ontwijken [vermijding] {n} avoidance [vermijding]
ontwijken {n} avoid

Dutch English translations

NL Synonyms for ontwijken EN Translations
ontlopen [mijden] scappare da
schuwen [mijden] schivare
mijden [ontlopen] sfuggire {m}