Search term in one piece has 6 results
EN English NL Dutch
in one piece (a) [accident] behouden (a) [accident]
in one piece (a) [accident] ongedeerd (a) [accident]
in one piece (a) [accident] gezond en wel (a) [accident]
in one piece (a) [accident] zonder kleerscheuren (a) [accident]
in one piece (a) [accident] heelhuids (a) [accident]
EN English NL Dutch
in one piece (a) [accident] zonder letsel (a) [accident]

EN NL Translations for in

in te
in (o) [proximity] bij (o) {m} [proximity]
in (o) [proximity] op (o) [proximity]
in (o) [proximity] aan (o) [proximity]
in in
in (o) [preposition] in (o) [preposition]
in (o) [proximity] in (o) [proximity]
in binnen
in per

EN NL Translations for one

one (a) [indefinite determiner] een zekere (a) [indefinite determiner]
one (a) [indefinite determiner] één of andere (a) [indefinite determiner]
one (n) [cardinal number] een (n) {m} [cardinal number]
one (a) [cardinal number] een (a) {m} [cardinal number]
one (o) [cardinal number] een (o) {m} [cardinal number]
one (a) [general] een (a) {m} [general]
one één {n}
one (a) [cardinal number] één (a) {n} [cardinal number]
one (o) [indefinite pers. pron.] men (o) [indefinite pers. pron.]
one een {m}

EN NL Translations for piece

piece (n) [bit] deel (n) {n} [bit]
piece (n) [material] deel (n) {n} [material]
piece (n) [part] deel (n) {n} [part]
piece (n) [material] fragment (n) {n} [material]
piece stuk {n}
piece (n) [bit] stuk (n) {n} [bit]
piece (n) [part] stuk (n) {n} [part]
piece (n) [bit] stukje (n) {n} [bit]
piece (n) [material] stukje (n) {n} [material]
piece (n) [bit] brokje (n) {n} [bit]