Search term stop has 39 results
EN English NL Dutch
stop (v) [person] halt houden (v) [person]
stop (n) [aviation] tussenlanding (n) {f} [aviation]
stop logeren
stop (n) [linguistics] occlusief (n) {m} [linguistics]
stop (n) [public transportation] stopplaats (n) {m} [public transportation]
EN English NL Dutch
stop (n) [public transportation] halte (n) {m} [public transportation]
stop (o) [interjection] stop (o) {m} [interjection]
stop (o) [interjection] halt (o) {m} [interjection]
stop (n) [general] rust (n) {m} [general]
stop (n) [general] pauze (n) {m} [general]
stop (v) [activity] stoppen met (v) [activity]
stop (v) [activity] ophouden met (v) [activity]
stop (v) [person] halt doen houden (v) [person]
stop (v) [person] doen stoppen (v) [person]
stop (v) [prevention] tegenhouden (v) [prevention]
stop (v) [person] tot stilstand komen (v) [person]
stop (v) [activity] stoppen (v) {n} [activity]
stop (adv n v) [cause (something) to cease moving] aanhouden (adv n v) {n} [cause (something) to cease moving]
stop (v) [activity] beëindigen (v) [activity]
stop (v) [agreement] expireren (v) [agreement]
stop (v) [agreement] verstrijken (v) [agreement]
stop (v) [agreement] verlopen (v) [agreement]
stop (v) [activity] ophouden (v) {n} [activity]
stop (v) [activity] een eind maken aan (v) [activity]
stop (v) [agreement] aflopen (v) [agreement]
stop (v) [prevention] verhinderen (v) [prevention]
stop (v) [hole] dichten (v) [hole]
stop (v) [person] stoppen (v) {n} [person]
stop (v) [hole] stoppen (v) {n} [hole]
stop (adv n v) [cause (something) to cease moving] stoppen (adv n v) {n} [cause (something) to cease moving]
stop (v) [automobiles] stoppen (v) {n} [automobiles]
EN Synonyms for stop NL Translations
close [bring to an end] bližnji (v n adj)
complete [bring to an end] dokončan (v adj)
end [bring to an end] konec {m}
break [interrupt] razbiti se (more pieces)
part [activity] del {m}
die [activity] kocka {f}
kill [destroy] ubiti
station [place] postaja {f}
wait [delay] čakati
deterrent [stay] ovira
NL Dutch EN English
stop [interjectie] {m} stop [interjectie]
stop [fles] {m} top [fles]
stop [interjectie] {m} halt [interjectie]
stop [sanitair] {m} plug [sanitair]
stop {m} stopper
stop [sanitair] {m} stopper [sanitair]
stop [fles] {m} screw top [fles]
stop [elektriciteit] {m} fuse [elektriciteit]

Dutch English translations

NL Synonyms for stop EN Translations
dop [deksel] m spherical cap (n)
lid [deksel] n member
stolp [deksel] m cloche
klep [deksel] m visor
genoeg [stop] galore
deksel [dekplaat] m lid
prop [kurk] m stopper
sluiting [kurk] f fastener
zekering [zekering] f circuit breaker
pauze [onderbreking] m recess
rust [onderbreking] m RIP
stopzetting [bevriezing] f shutdown
tap [afsluiter] m faucet