Search term opgeven has 42 results
NL Dutch EN English
opgeven [geneeskunde] {n} spit up [geneeskunde]
opgeven [overeenkomst] {n} surrender [overeenkomst] (formal)
opgeven (n v) [To prove unreliable or impractical; to abandon or desert, to fail to follow through] {n} flake (n v) [To prove unreliable or impractical; to abandon or desert, to fail to follow through]
opgeven [aanspraak] {n} relinquish [aanspraak] (formal)
opgeven [recht] {n} relinquish [recht] (formal)
opgeven (v) [to accept to give up, withdraw etc.] {n} relinquish (v) [to accept to give up, withdraw etc.] (formal)
opgeven [recht] {n} abnegate [recht]
opgeven [overeenkomst] {n} capitulate [overeenkomst] (formal)
opgeven (v) [to abandon] {n} forsake (v) [to abandon]
opgeven [geneeskunde] {n} expectorate [geneeskunde]
opgeven [recht] {n} surrender [recht] (formal)
opgeven [geneeskunde] {n} spit [geneeskunde]
opgeven [geneeskunde] {n} vomit [geneeskunde]
opgeven [geneeskunde] {n} throw up [geneeskunde] (informal)
opgeven [geneeskunde] {n} be sick [geneeskunde]
opgeven [geneeskunde] {n} disgorge [geneeskunde]
opgeven [geneeskunde] {n} chuck up [geneeskunde] (informal)
opgeven [geneeskunde] {n} puke [geneeskunde] (slang)
opgeven [geneeskunde] {n} spew [geneeskunde] (slang)
opgeven [regel] {n} waive [regel]
opgeven [afhaken] {n} abandon [afhaken]
opgeven [scholen - universiteiten] {n} drop out [scholen - universiteiten]
opgeven [scholen - universiteiten] {n} give up one' studies [scholen - universiteiten]
opgeven [scholen - universiteiten] {n} abandon one's studies [scholen - universiteiten]
opgeven [scholen - universiteiten] {n} throw up one's studies [scholen - universiteiten]
opgeven [beroep] {n} quit [beroep]
opgeven [recht] {n} renounce [recht] (formal)
opgeven {n} abandon
opgeven [aanspraak] {n} surrender [aanspraak] (formal)
opgeven [idee] {n} abandon [idee]
opgeven [afhaken] {n} give up [afhaken]
opgeven [idee] {n} give up [idee]
opgeven [overeenkomst] {n} give up [overeenkomst]
opgeven [recht] {n} give up [recht]
opgeven (v) [give up] {n} cede (v) [give up]
opgeven [prijs] {n} quote [prijs]
opgeven [overeenkomst] {n} yield [overeenkomst]
opgeven [algemeen] {n} giving up [algemeen]
opgeven {n} lose
opgeven {n} say
opgeven {n} renounce (formal)
opgeven {n} tell

Dutch English translations

NL Synonyms for opgeven EN Translations
afstand doen [afzien] từ bỏ
beëindigen [afzien] làm xong
prijsgeven [afzien] n từ bỏ
weggaan [aftreden] n rời khỏi
opdragen [dicteren] bắt (v n adj)
spuwen [braken] khạc nhổ (n v)
vertellen [aangeven] bảo (v n)
opnemen [noemen] n rút tiền (v)
verzaken [afzweren] ruồng bỏ
breken [bezwijken] n làm bể (v n)
kapotgaan [bezwijken] hỏng (v n)
begeven [bezwijken] ruồng bỏ