Search term discharge has 17 results
EN English NL Dutch
discharge (v) [prisoner] in vrijheid stellen (v) [prisoner]
discharge (n) [employment] congé (n) {n} [employment]
discharge (v) [prisoner] op vrije voeten stellen (v) [prisoner]
discharge (v) [patient] naar huis sturen (v) [patient]
discharge (n) [electricity] elektrische ontlading (n) {f} [electricity]
EN English NL Dutch
discharge (n) [electricity] ontlading (n) {f} [electricity]
discharge (v) [electricity] ontladen (v) [electricity]
discharge (v n) [(electricity) the act of releasing an accumulated charge] ontladen (v n) [(electricity) the act of releasing an accumulated charge]
discharge ontzetten
discharge (v) [job] afdanken (v) [job]
discharge royeren
discharge (n) [employment] ontslag (n) {n} [employment]
discharge (v) [job] de laan uitsturen (v) [job] (informal)
discharge (v) [job] de bons geven (v) [job] (informal)
discharge (v) [patient] ontslaan (v) {n} [patient]
discharge (v) [job] ontslaan (v) {n} [job]
discharge (n) [employment] ontslaan (n) {n} [employment]
EN Synonyms for discharge NL Translations
clear [acquit] opklaar
empty [evacuate] pap
void [evacuate] pap
do [agreement] pleeg
meet [agreement] sien
suit [agreement] pak
answer [agreement] beantwoord
shower [pour] stortbad
fire [action] (informal vuur
fracture [detonate] fraktuur
pay [finance] betaal
compensate [finance] beloon
project [propel] projek
catapult [propel] katapult
issue [coming out] (formal afkondig
drive out [dismiss] uithaal
deal [issue] uitdeel
direct [issue] rig
deliver [issue] lewer
explosion [outburst] ontploffing